Update #12: Lees ons eerste tussentijds verslag aan de Brusselse regering

Hadja Lahbib en Jan Goossens gingen aan de slag als opdrachthouders van de Brusselse regering in het voorjaar van 2021. Deze functie omvat onder meer de voorbereiding van de kandidatuur van Brussel om in 2030 Culturele Hoofdstad van Europa te worden.

In dit verslag rapporteren we over onze werkzaamheden en beantwoorden wij tevens een aantal specifieke vragen, zoals gevraagd in de overeenkomst die we met het Gewest hebben gesloten. Maar we delen nog veel meer informatie en beschrijven een gedeeltelijke en mogelijke eerste visie. Een onderdeel van deze visie is het vaststellen van een agenda: wat zullen de grote vraagstukken en thema’s van Brussels2030 zijn? We gaan uit van drie perspectieven die in het project hand in hand moeten gaan: de Brusselse verbeelding, de Brusselse (stedelijke) ruimtes en de cocreatie met de Brusselaars. Tegelijkertijd willen we benadrukken dat dit een tussentijds verslag is. Het weerspiegelt het complexe doch zeer motiverende en inspirerende werk in een extreem diverse stad met ongelooflijk veel potentieel. Brussel evolueert geleidelijk aan richting 2030.

Lees de samenvatting:

of download onderaan deze pagina het volledige rapport.

Waarom Brussels2030?

Daar zijn diverse redenen voor. In de eerste plaats is Brussel een stad in volle verandering met verschillende wijken in transitie. Het is ook een jeugdig stadsgewest, met “jonge Brusselaars” en “Brusselse jongeren”. Het project Brussels2030 moet deze uitdagingen aankunnen en de bevolking mobiliseren, zodat de programmering voor 2030 niet louter een “evenementenprogramma” zal zijn, maar een echte uiting van de creativiteit die nodig is voor een stad in permanente evolutie. Het is in deze context dat de kandidatuur van Brussel moet worden begrepen als een echt stadsproject met de ambitie om echt uit te groeien tot de Culturele Hoofdstad van Europa en dit ook te blijven. Dit alles door een levenswijze en solidariteit te uiten waarin een zeer sterke diversiteit wordt geïntegreerd. Na een decennium dat gekenmerkt werd door diverse tegenslagen en crises, is het bovendien uiterst noodzakelijk een bezielend project te ontwikkelen. Wat ten slotte de toekomst van de cultuur in Brussel betreft, konden we vaststellen dat de realiteit van de culturele praktijken in Brussel niet voldoende gedocumenteerd is. Daarom moet er echt werk worden gemaakt van “cultural mapping”, niet alleen om een volledig beeld te krijgen van de culturele infrastructuur, de werking en de invloed, maar ook om al die intermediaire, semipublieke, onbepaalde en informele gebieden en praktijken in kaart te brengen. Dit is misschien de plek waar toekomstige vormen van samenleven worden geboren. Cultuur is in de eerste plaats een praktijk, en pas daarna een bepaalde instelling of een decreet.

De missie van Brussels2030 impliceert dus een uitvoerige mobilisatie van de culturele krachten om hen te betrekken bij de noodzakelijke transities. We moeten de nodige praktijken invoeren om een geloofwaardig platform op te bouwen voor de kandidatuur en voor de daaropvolgende opstelling van de programmering. We willen met alle actoren en organisaties samenwerken, niet enkel aan een voorstelling van de gefragmenteerde, gesegmenteerde en multiculturele realiteit van de bestaande stad, maar ook aan de opbouw van een imaginaire en transversale cultuur, die verder strekt dan geïsoleerde identiteiten, om bij te dragen aan een duurzame en gemeenschappelijke toekomst. Een nieuw “wij”. Dat is de leidraad voor het project: alle sectoren en actoren zo breed mogelijk mobiliseren en uitnodigen om samen te werken aan transversale projecten. Iedere zomer is een nieuwe gelegenheid om de evolutie van het project te tonen aan het publiek, en de zomer van 2022 zal daarom alvast een feestelijke en reflectieve proeftuin zijn.

De uitwerking van het project Brussels2030 is een langetermijnproces. In 2024 moet België de oproep voor candidature voor Culturele Hoofstad van Europa publiceren. De troeven van Brussel voor 2030 zijn onder meer het feit dat de stad ruim van tevoren, in 2020, d.w.z. tien jaar van tevoren, belangstelling heeft getoond; het was de stad die als eerste de opdrachthouders heeft aangesteld; Brussel heeft bijzondere aandacht voor burgerparticipatie; er is een stadsproject op de lange termijn; cultuur is de drijvende kracht voor de grote uitdagingen van de 21e eeuw; en Brussel is de multiculturele stad bij uitstek, alsook de hoofdstad van Europa. In de eerste fase van de voorbereiding van de kandidatuur van Brussel hebben we ons voornamelijk geconcentreerd op drie taken: informeren, overleggen en luisteren. Het gaat erom onze ideeën over het project te delen, het debat te openen en te organiseren en bondgenoten te vinden, niet alleen in de culturele sector, maar ook in de civiele, politieke en economische sfeer van Brussel. De interne organisatie weerspiegelt deze doelstellingen. Zodra de werkstructuur was opgezet en de contacten met de pers waren gelegd, die trouwens zeer positief bleken te zijn, zijn we begonnen met het opzetten van een website en verhoogden we de aanwezigheid van Brussels2030 op de sociale media. Om de identificatie van het project te consolideren, hebben we het een grafische identiteit gegeven die evolutief en participatief moet zijn, in overeenstemming met de filosofie van het project.

Onmiddellijk na hun benoeming werden de opdrachthouders ondersteund door een Reflectiekamer. Dit is een klankbord om de feedback van de vele vergaderingen, contacten en suggesties tijdens de eerste fase van de voorbereiding van het dossier te “testen”. De Reflectiekamer telt 21 leden, die elk op zich staan, zonder enige ambitie om representatief of exhaustief te zijn. Dit zijn mensen die bekend staan om hun deskundigheid en inzet voor en in Brussel. Het zijn kunstenaars of individuen afkomstig uit artistieke of intellectuele structuren, netwerkanimatoren en -structuren of personen afkomstig uit overheidsinstanties. De Reflectiekamer was zeer behulpzaam bij het opzetten van het project. Ze ondersteunde het team om de werkstromen en initiatieven meer gedetailleerd uit te werken, en de zes bijeenkomsten leverden ruimschoots input op voor de ontwikkeling van het project. Voor de komende maanden wordt een reorganisatie van de Reflectiekamer in thematische werkgroepen overwogen. Naar gelang van de deskundigheid en de mate van betrokkenheid wordt een flexibele Kamer met variabele vorm overwogen.

Nu het culturele jaar nadert, moet Brussel klaar zijn om zich te positioneren voor heel Europa als cultureel referentiepunt en superdiverse stad die erin geslaagd is cohesie te creëren. Op basis daarvan zal de stad samen met alle betrokkenen een aantal uitdagingen aangaan. Dit is enkel mogelijk als we erin slagen van de kandidatuur van Brussel een hefboom voor samenwerking tussen verschillende actoren, sectoren en districten te maken. Momenteel opereren deze partijen nog afzonderlijk. Dit verband kan worden gezocht door middel van drie vragen en werven.

  1. De ontwikkeling van een aantrekkelijk programma voor 2030 vereist een meer eengemaakt zelfbeeld, een beeld, een verslag dat het verhaal vertelt van Brussel als kosmopolitische stad over verschillende talen, gemeenschappen, religies of nationaliteiten heen. Een verhaal over wat ons bindt in plaats van wat ons scheidt: een collectieve verbeelding.
  2. Een dergelijke gedeelde verbeelding moet er ook in slagen de stedelijke ruimte, de zeer verdeelde sociale geografie. Een regionaal ontwikkelingsplan koppelde de ruimtelijke ordening aan de vereiste ecologische en sociaaleconomische transities. Ook cultuur en verbeelding moeten een rol spelen bij deze veranderingen, dat geldt eens temeer omdat veel Brusselaars zich via hun directe omgeving verbonden voelen met de stad. We zoeken deze lokale verankering in de ontwikkeling van “toekomstplekken”.
  3. Maar daarvoor moet de bevolking, in al haar geledingen en met name de jongeren, actief worden betrokken bij de kandidatuur als een breed en aantrekkelijk stadsproject. Een derde gebied is dus dat van de vraagstelling en de participatie, maar meer nog van de co-constructie en de co-creatie van een cultureel project dat ook ons samenleven en onze leefomgeving kan veranderen. Daarom willen wij de voorbereiding van de kandidatuur organiseren aan de hand van drie werven, die door hun onderlinge samenhang en kruisverbanden de basis moeten vormen voor het programma. Deze drie projecten zullen zoveel mogelijk worden gekoppeld tot één dynamisch geheel. Ze zullen vanaf deze zomer en vervolgens vanaf september 2022 operationeel zijn:
    1. Een Summer Assembly Brussels2030 vanaf juli 2022;
    2. Diverse kunstprojecten in de openbare ruimte;
    3. De opname van Brussels2030 bij de heropening van het nieuwe seizoen in de Grande Rentrée;
    4. Het creëren van toekomstplekken;
    5. Brussel co-creëren in samenspraak met de jongeren, dankzij This is Us, Speak Up Brussels en de Brussels Youth Coalition.

In deze eerste fase van de voorbereiding van de kandidatuur hebben we veel tijd besteed aan luisteren, uitwisselen en informeren. Tijdens honderden bijeenkomsten met meer dan 450 mensen konden onze ideeën delen en deelnemen aan het debat over het gezamenlijke stadsproject. Het verslag geeft een samenvatting van de ontmoetingen met vertegenwoordigers van de artistieke, sociale en culturele sector in en rond Brussel. Deze gesprekken vergden veel organisatie en de tijd en inspanning van vele partijen. We willen de kwantiteit en de kwaliteit van deze eerste uitwisselingen benadrukken, aangezien dit slechts het begin is van een concrete uitvoering van het project Brussels2030 en de filosofie van de activiteiten. Deze bijeenkomsten zullen worden voortgezet en er zullen dit jaar veel nieuwe contacten worden gelegd tot de officiële indiening van onze aanvraag.

Veel belangrijke personen, structuren, organisaties en netwerken zijn dus al op de hoogte gebracht van het algemene kader en de eerste richtsnoeren van de Brusselse kandidatuur waaraan wij werken. Iedere partij die we hebben gezien en gesproken is een potentiële coalitiepartner voor de toekomst. Vanaf het komende najaar zullen we deze informatiecyclus voortzetten en doorgaan met het opbouwen en versterken van coalities. Dit zal hoofdzakelijk gebeuren op basis van de drie werven, die vervolgens met elkaar zullen moeten worden verweven om een plaats te vinden in het project van de stad. 450 Tijdens honderden bijeenkomsten konden meer dan 450 mensen met onze ideeën kennismaken, en deelnemen aan debat over het gezamenlijke stadsproject.

In onze opdracht wordt ons gevraagd mogelijke partnerschappen met andere steden in Vlaanderen en Wallonië te onderzoeken om mogelijke gezamenlijke toepassingen te overwegen. We hebben deze missie ter harte genomen en doen verslag van de vele contacten die we hadden. Het afgelopen jaar hebben we contacten gehad met steden die geen kandidatuur voorbereiden, maar wel geïnteresseerd waren in een partnerschap met Brussel in 2030, alsook steden die hun eigen kandidatuur voorbereiden. Het is onze bedoeling om tegen eind 2022 tot een vergelijkende analyse van deze potentiële partners te komen, op basis van verdere besprekingen met de kandidaat-partners, en ook rekening houdend met het objectieve kader dat wij zelf in dit verslag uitwerken. Voorlopig lijkt het ons verstandig en doeltreffend om de besprekingen in de eerste plaats voort te zetten met steden die niet zelf een kandidatuur voorbereiden. Tegelijkertijd vinden we het echter belangrijk te wijzen op de complexiteit van dit deel van onze taak, aangezien we te maken krijgen met tientallen onbekende factoren waarover moeilijk kan worden gespeculeerd. We stellen voor om vanuit drie invalshoeken te werken: zoveel mogelijk duidelijkheid scheppen over de intenties van de overheden op regionaal en federaal niveau en van de twee andere gewesten, de intenties van de steden in kaart brengen en de elementen van de programmering van 2030 waarvoor om geografische of historische redenen specifieke samenwerkingsverbanden nodig zouden zijn, bepalen.

Aangezien governance in de eerste fase van de werken niet centraal stond, willen wij hier geen definitieve voorstellen doen voor de financiële aspecten, de benchmarking met andere doelstellingen of de procedure die moet worden gevolgd voor het indienen van de kandidatuur voor de Culturele Hoofdstad van Europa. Zoals in de overeenkomst met het Gewest is bepaald, zullen deze punten in een toekomstig verslag meer in detail worden behandeld. Tijdens de vele gesprekken en onderzoeken van de afgelopen maanden zijn echter enkele aspecten van het beheer naar voren komen.

Wanneer we samen nadenken over de werken die we tot dusver in de startfase hebben verricht en vooruitblikken naar wat er de komende twee jaar nodig is, merken we dat de werking van de structuren moet worden versterkt. Er wordt met name voorgesteld te investeren in de ondersteuning van de ontwikkeling van de operationaliserings- en adviseringsfuncties. Voorts moet worden geïnvesteerd in de versterking van de systemen voor interactie tussen deze verschillende instanties, overeenkomstig de waarden en het participatieve karakter van het project.

Het exploitatiebudget, de categorieën uitgaven en inkomsten, het begrotingskader, de verdeling van de subsidies in de tijd en de verdeling over de verschillende overheidsinstanties worden uitvoerig toegelicht in hoofdstuk D. van het verslag. Er zij op gewezen dat er geen standaardbegroting is voor de Culturele Hoofdsteden van Europa, aangezien deze begroting sterk verschilt van stad tot stad, afhankelijk van de betrokkenheid van de landen, waarbij het grootste deel van de begroting een nationale, zo niet regionale, aangelegenheid is.

Aan het eind van het verslag wordt een zeer uitvoerig project gepresenteerd, dat van essentieel belang is bij een dergelijk project. Het zal worden uitgevoerd en in het volgende verslag worden gerapporteerd.

Onderweg…

We vatten onze missie en ambitie duidelijk samen. De kandidatuur is gebaseerd op de specifieke kenmerken van Brussel: de meest diverse stad van Europa en nu al de politieke hoofdstad van de Europese Unie. Het is onze ambitie om onszelf te uiten in relatie tot deze Europese positie, in een culturele uitdrukking die de stad ook na 2030 kan markeren. Daartoe moeten tal van praktijken en denkbeelden in beweging worden gebracht richting nieuwe platforms en transversaliteiten. Dat is de grote uitdaging van de co-constructie van het project. Een mobiliserend project voor de hele stad, die tegen 2024 haar imago beter zal moeten definiëren.

search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close