Molenbeek zal de kandidatuur van Brussels2030 voordragen: ‘Als sociale cohesie via cultuur werkt in Molenbeek, werkt dat elders ook.’

Jan Goossens & Fatima Zibouh
Photo’s © Aurélien Goubau

Een gesprek met opdrachthouders Fatima Zibouh en Jan Goossens

Met de aankomst van Fatima Zibouh aan de zijde van Jan Goossens, heeft Brussels 2030 vanaf nu haar tandem. Welke gemeenschappelijke visie hebben jullie op dit project?

Jan: Brussels2030 is een stadsproject waar meer stemmen nodig zijn, naar het beeld van Brussel. Fatima heeft Brussels2030 van bij de start gevolgd, ze maakte deel uit van de reflectiegroep. Het is iemand waarvan ik de talrijke engagementen in Brussel sinds lang bewonder. En sinds we samenwerken voelen we de complementariteit. Ik, als Brusselaar, aan de basis Nederlandstalig, kom uit de culturele wereld en heb de ambitie om deze gemeenschappelijke visie voor de toekomst van Brussel te delen. En Fatima, geboren in Brussel, die een sterke culturele achtergrond heeft.

Fatima: Wat ons verbindt in dit mooie project, is de liefde voor Brussel, de liefde voor cultuur maar ook de liefde voor diversiteit. Ik denk dat die drie aspecten maken dat we alles kunnen samenbrengen in het project en dat we Brussel kunnen voordragen als stadsproject. Deze complementariteit benadrukken, die nieuwe tandem, op vlak van gender, taal, afkomst, parcours. Jan is artistieker en institutioneler. Ik ben meer academisch en gefocust op het verenigingsleven. Op vlak van het parcours heb ik een veel lokalere focus en Jan internationaler. Er is een complementariteit in onze manier van werken.

“Molenbeek is deel van een nieuw centrum dat geëvolueerd is,
en nu ver voorbij de Vijfhoek reikt”

Het project wordt een kandidatuur gedragen door het Gewest en ingediend door Molenbeek. Waarom die keuze?

Jan: Er is een historische link. In 2016, na de aanslagen, haalde Rudi Vervoort, MinisterPresident, voor het eerst de mogelijkheid aan voor Brussel om zich kandidaat te stellen. Hij heeft de keuze gemaakt voor een cultuurproject op het ogenblik dat ons gewest nood had aan een groots genereus en verbindend gebaar. Bovendien, en dat is een realiteit, maakt Molenbeek deel uit van een nieuw centrum dat geëvolueerd is en nu ver voorbij de Vijfhoek reikt. Meer en meer werden nieuwe dynamieken, nieuwe polen en nieuwe culturele centra gebouwd in die zone van Molenbeek en rond het Kanaal. Met ook Kanal, het andere grote cultuurinitiatief gedragen door het gewest en waarmee we al in goede verstandhouding samenwerken. Molenbeek is een gebied van immigratie waar vele nieuwe Brusselaars aankomen. Deze inhoud en deze verbeelding van een culturele hoofdstad van Europa vanaf Molenbeek opbouwen, lijkt ons een erg juiste keuze.

Fatima: Molenbeek kent veel uitdagingen, het is een zeer jonge en dichtbevolkte gemeente met socio-economische uitdagingen, waar de werkloosheidsgraad onder jongeren vrij hoog is. Jongeren nemen een belangrijke plek in in het project Brussels2030. Deze gemeente vertoont ook een sterke multiculturaliteit door haar migratiegeschiedenis, doorheen verschillende decennia. Ze kan een laboratorium worden waar, als de sociale cohesie werkt, ze ook elders kan werken. Molenbeek is een concentratie van het Brussels patchwork, op de schaal van een klein grondgebied. Maar dat moet gebeuren in nauwe samenwerking met de andere Brusselse gemeenten. Het is een toegangspoort om ervoor te zorgen dat Brussel Europese culturele hoofdstad wordt.

Jan: Het is door te vertrekken van deze gestigmatiseerde gemeente, met tal van troeven dat we een project zullen bouwen dat heel dit grondgebied zal verenigingen, dat we een culturele droom kunnen voorstellen voor heel Europa.

“In september zullen we de Youth Coalition vormen
die 100 jongeren wil verenigen in het Brussels parlement”

Men praat over het belang van jongeren in het project Brussels2030, onder andere via het platform Speak Up! dat het woord geeft aan Brusselse jongeren. Welke impact zullen de verzamelde vragen hebben op het project?

Fatima: De jeugdkwestie staat voorop in het kandidatuursproject van Brussels2030. Brussel is een heel jonge stad: een jongere op drie is jonger dan 25 jaar. Dat zijn 400 000 mensen. Als je wil praten over een horizon 2030, is het belangrijk om hen te vragen: wat is jullie visie op Brussel? De ambitie is om 1000 stemmen te verzamelen via het platform Speak Up!. Daarna, in september, zullen we de Youth Coalition vormen die 100 jongeren wil verenigen, 100 change makers in het Brussels parlement. Het doel is om een soort memorandum te bepalen en aan de hand daarvan een Brussels charter uit te werken.

Jan: We engageren ons echt opdat het memorandum deel uitmaakt van de ruggengraat van het bid book dat we eind 2024 moeten voorstellen. Het idee is dat Speak Up! ons de inhoud en thema’s aanreikt die in september in het Parlement komen. Uit die drie dagen in het Parlement zullen projecten komen die we echt kunnen integreren in de kandidatuur, omdat dat niet gewoon een samenraapsel van thema’s kan worden.

In dezelfde aanpak om de vinger aan de pols van Brussel te houden, werd vorig jaar in juli een “Summer Assembly” georganiseerd. Wordt die oefening herhaald?

Jan: Jazeker. Het is echt onze keuze om ons niet zomaar fulltime op te sluiten in ons kantoor. Het is onze wens om de zomers van 2022, 2023 en 2024 te beschouwen als de eerste momenten van delen, debat, opstart van wat uit onze gesprekken en werken komt. Tot onze grote verrassing bracht de eerste editie aan de Hageltorenbegin juli 2022 al 1000 Brusselaars samen. Na een jaar werken met de Hallen van Schaarbeek, maar vooral met de partners van de twee grote universiteiten ULB en VUB en de twee grote kunstnetwerken (RAB en BKO), richten we ons op vijf zeer intense dagen voor de editie 2023. De “Summer Assembly” wordt gebouwd in de vorm van een living lab.  Het is echt een werf, een platform, waar de Brusselaars voorstellen voor keynotes, rondetafels, ateliers, workshops, stadswandelingen, culturele performances kunnen doen rond onze grote thema’s. De tweede editie zal nog een beetje ambitieuzer zijn dan de eerste, want we hebben elke avond een echt cultureel programma waarvoor we Schaarbeek verlaten.

Fatima: Je moet dat zien als een formidabele ruimte voor discussie, debat, reflectie over Brussel, in samenwerking met de universiteiten, verenigingen, met de acteurs van de culturele en artistieke sector, maar ook en vooral met alle Brusselaars die worden uitgenodigd om deel te nemen. In Brussel is er een vreselijk gemis aan ruimte om te delen, waar je op een transversale manier projecten kan aanpakken die anders zijn en die Brussel bezighouden. In deze “Summer Assembly” zijn er uitdagingen zoals die van Europa, van de kunst en de cultuur, van de transitie-transformatie en de inclusie-participatie.

Heeft deze “Summer Assembly” gebreken onder de aandacht gebracht?

Jan: Deze eerste editie heeft meer mensen samengebracht dan we verwacht hadden. En tegelijk hebben we ons gerealiseerd dat we verder moesten gaan, in termen van radicale inclusie. Er zijn discussies geweest waar we onderwerpen aansneden terwijl we beseften dat de gesprekspartners er niet waren, zoals jongeren of Europeanen. Het zijn twee groepen die onvoldoende vertegenwoordigd waren.

Fatima: Het gaat verder dan de “Summer Assembly”. Sinds enkele maanden zijn er ontmoetingen met verschillende sectoren, van mode tot design, over theater, mensen uit de bedrijfswereld, mensen die zich meer in de Europese sfeer bevinden. Die verschillende ontmoetingen tonen dat iedereen naar Brussel kijkt door een bepaalde bril en dat we er baat bij hebben om onze scope te verbreden om de kern van het project te herbepalen, dat wil zeggen een Brusselse “wij” creëren. Dat is echt het leitmotiv, de uitdaging van dit project. En op het snijpunt zijn van de wegen van de verschillende universa laat ons toe om, vanop onze plek, er misschien een synthese van te maken waardoor iedereen zich terug kan vinden in dit culturele Brussels project.

Jan: Het gaat niet alleen om radicale inclusie, maar ook over radicale transversaliteit. En we moeten inderdaad alle sectoren samenbrengen, al die stukjes Brussel in eenzelfde ruimte. Dat gebeurt veel te weinig.

In de missies van Brussels2030 moesten er partnerschappen opgezet worden met andere steden, zowel in Vlaanderen als Wallonië. Zijn er pistes in die richting?

Jan: Ik denk dat het nu belangrijk is om die sterkte, die Brusselse diversiteit en onze liefde voor de stad, als vertrekpunt te nemen, en tegelijk de grote openheid te benadrukken die bestaat sinds he begin. Verschillende steden hebben al de wens uitgedrukt om mee te doen. Het is absoluut belangrijk om die openheid te benadrukken die ook haar weerklank zal vinden met het tweehonderdjarig bestaan van België. Maar ons project is eerst en vooral een Brussels en Europees project.

De Europese en internationale dimensie is een hoeksteen van deze kandidatuur. Hoe pakken jullie dat aan?

Jan: De grote uitdaging is om te worden wat we al lang hadden moeten zijn. Brussel is niet gewoon een administratief centrum van Europa, maar het is ook een echte hoofdstad van de verbeelding en van ideeën. Op dit ogenblik zijn we in contact met vertegenwoordigers van de Europese instellingen, maar ook met de Europeanen die in Brussel wonen, maar daarom niet per se deel uitmaken van de instellingen. Er zijn toch bijna 300 000 Brusselaars die afkomstig zijn uit een ander Europees land. Ze vertegenwoordigen een echte kracht voor ons. Het zijn mensen waarmee we, nogmaals, te weinig gemeenschappelijke culturele en burgerruimtes delen. Het is dan ook essentieel dat dit project met en voor hen wordt uitgewerkt.

Brussels2030 is vooral een afspraak om over het Brussel van morgen te dromen

En dan is er nog de kwestie van Europeanen die niet in Brussel zijn. Op dat vlak werken we aan mogelijke partnerschappen. Eerst en vooral met andere landen die een Europese culturele hoofdstad hebben, zoals Cyprus, of landen die lid willen worden van de Europese Unie. Dat zou kunnen gaan over Turkije of Oekraïne. Er is ook een mogelijkheid om banden te smeden met vorige Europese culturele hoofdsteden waarmee we iets delen, zoals Leeuwarden of Marseille. In die steden zijn zeer interessante zaken gebeurd en blijven gebeuren. Deze plaatsen kunnen dienen als schakel met de Europeanen die niet in Brussel zijn. Het is een piste die we onderzoeken. En uiteindelijk zullen er misschien samenwerkingen buiten de Europese Unie zijn, bijvoorbeeld met Kinshasa.
Zal Brussel, Europese culturele hoofdstad worden doorgetrokken na 2030?

Fatima: We hopen dat we de zaken stap per stap kunnen beleven. Maar Brussels2030 is vooral een afspraak om over het Brussel van morgen te dromen. Als we praten over Brussels2030 en zelfs als we praten over Molenbeek als vaandeldrager van de kandidatuur, zien we de ogen blinken uit enthousiasme. Brussel heeft nood aan dit soort adrenaline. Om de woorden van Jan te herhalen: het is een stadsproject en niet alleen een project van festivals en vuurwerk. Wat willen we maken van Brussel? Het heden is een mijlpaal om te kunnen anticiperen en concretiseren, die droom te realiseren en na te denken hoe we kunnen samenleven in deze stad boven de fragmentatie, boven de verschillen. Cultuur is een geweldig bindmiddel om een “gemeenschappelijk iets” te creëren. Cultuur is emotie en emotie is universeel.

Blijf op de hoogte ↯
Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Door op verzenden te klikken, gaat u ermee akkoord uw e-mailadres te delen met Brussels 2030 en Mailchimp om updates en andere e-mails van Brussels 2030 te ontvangen. Gebruik de unsubscribe link in deze emails om u op elk moment af te melden.

search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close